Tekst: Rynk Bosma
Foto's: Keatsmuseum
‘Trije spul is út’, zo stond er boven de aankondiging dat Jan Arjen Dijkstra op 31 januari 2024 was overleden. Als je het kaatsleven van de op 30 september 1947 in Nes (NEF) geboren Dijkstra bekijkt, dan zou je symbolisch kunnen zeggen dat Dijkstra als actief kaatser slechts drie eersten heeft meegedaan van de ‘trije spul’. Op zijn achttiende gestopt met kaatsen, opnieuw begonnen toen de 30 jaar al in zicht kwam. Met als de ultieme bekroning de winst van de Bond in 1980 voor de Vereniging voor Volksvermaken (VvV) uit Ternaard.
Jan Arjen Dijkstra won toen samen met Willem Oberman en Wieb Dijkstra. Een unieke prestatie, met een recordaantal van 87 parturen op de lijst. Nimmer geëvenaard in die regio Noardeast-Fryslân, zo moest ook PC-winnaar Roel Hoekstra uit Ternaard in die tijd met de nodige waardering erkennen. En dan te bedenken dat Jan en Wieb Dijkstra de betekenis van die andere kaatsclub ‘It moat kinne’ van de CFK in Ternaard net even op een andere manier uitlegden.
‘It moat kinne’ was van toepassing op de samenstelling van dat afdelingspartuur. ‘It moat kinne’, die overstap van de CFK naar de KNKB, maar je moest wel een eigenzinnig karakter en durf hebben om die stap ook te maken als je in Nes en omstreken woonde. Wieb weet het nog als de dag van gisteren. ,,It wie nei de lêste doarpspartij fan de CFK yn Nes en ik siet neist Jan op in bankje. ‘Oars moatte wy takom jier mar oerstappe nei de KNKB’, sa sei hy doe. En dat ha wy dien.’’
Dat ‘doe’ was het jaar 1978 en Jan zou dat jaar 31 jaar worden. Een jaar later stond Jan samen met Wieb op de PC. Derde maat was Sjors Hempenius uit Huizum. Het lot was dit partuur echter niet echt goed gezind. Ze behaalden een spel tegen de latere verliezende finalisten Jan Vaas, Henk Leeuwen en Tjisse Wallendal die toen furore maakte met zijn Belgische want. In 1984 zou Jan samen met opslager Ytzen Wassenaar en Jouke Hovenga op de PC de tweede omloop halen ten koste van Sipke Saakstra, Anne Rinkema en Hotze Rusticus.
‘Jan koe wat hear, en hy waard elk jier better’, zo zegt Wieb en daarmee is niks te veel gezegd. Een soepele atleet in het voorperk en op de boven met een onvoorstelbare slagkracht en souplesse. Qua bouw zelfs vergelijkbaar met Tamme Velstra als je naar de foto van de beide finaleparturen in 1980 kijkt. Bovendien beschikte Jan ook nog over een even vernietigende als onvoorspelbare tweede opslag.
Toch kon je niet zeggen dat de afdeling van de Vereniging voor Volksvermaak (VvV) Ternaard op voorhand favoriet was op die pinkstermaandag in 1980. Kenners waren gewaarschuwd, want in Weidum en in Tzummarum had het partuur al voorzichtig op de deur geklopt. Volgens Wiep was hun partij tegen Hâld Moed uit Jorwerd met Yde Haarsma de inzinking van de dag voor de VvV Ternaard.
,,Ik ha doe sels even oan it balkearen west, it waard fiif earsten gelyk en doe tikke Jan trije ballen fan Yde fuort.’’ ‘Weinig spraakzaam’ werd Ternaard na afloop genoemd, want Jan was geen man van veel woorden en dat gold ook voor zijn beide maten. Zeker niet als er vragen worden gesteld over die doelbewuste overstap van de CFK naar de KNKB. Daar hadden beide mannen geen trek in. Jan volstond met: ‘Mar je moatte der noch wol efkes foar keatse’, toen werd gesteld dat het lot hen niet ongunstig gezind was. En natuurlijk ook verwondering: ‘Ik ha by de CFK noch nea yn in partoer foar de Bûnspartij sitten. En no by de KNKB win ik.’’
Inderdaad was het lot Jan en zijn maten niet ongunstig gezind. Wat dat betreft knapte het Dronryp met Doeke Smeding, Gerrit Boomstra en Dominicus van der Wal het ‘vuile werk’ op door het favoriete Bolsward en Groningen te verslaan. Wieb: ,,Ik tink dat wy doe mear muoite hân hienen mei Grins mei al dy hege ballen. De opslach fan Dronryp lei ús krekt wat better want wie wat platter.’’
'As jo hjir stean bliuwe sjogge jo hjoed it deiljocht net wer'
Jan Arjen Dijkstra kwam uit een gezin van maar liefst zestien kinderen. Hij was niet een man van veel woorden, maar slingerde volgens overlevering als melkrijder moeiteloos twee volle melkbussen (60 kilo) met één hand op de wagen. Als sportman zou je hem ‘taai’ noemen. Of je zou ook ‘geef’ kunnen zeggen. Niet iemand waarmee je ruzie wilt krijgen en dat gebeurde ook niet zo snel. Wieb: ,,Yn Harns keatsten wy in kear tsjin in partoer wêrfan de opslagger idere kear meisin foar it opslachfak stean gie. Dat sei ik tsjin Jan op ‘e boppe, hy sei ‘Hast lest fan dy fent?’ dat hy der hinne. Hy tikke de man op it skouder mei de wurden ‘As jo hjir stean bliuwe sjogge jo hjoed it deiljocht net wer’. Doe wie it dien fansels.’’
Jan was ook niet iemand die snel onder de indruk was van grote namen. Zo lootte hij een keer bij Sake Saakstra en Johannes Brandsma en na afloop zei iemand in de kleedkamer: ‘No Jan mei dizze mannen wolst wolris faker keatse tink?’ Waarop Jan antwoordde: ‘Dat kin wol, mar dan slach ik sels ferminst op.’ Hij kon dat zeggen want voor kenners was hij een gevreesd tegenstander. Toen Sexbierum een jaar later met Jan Hesselius, Johannes van Dijk en Johannes Brandsma de Bond won werd Ternaard met 5-4 verslagen. Wieb: ,,Johannes van Dyk sei nei ôfrin: ‘Ik bin bliid dat wy jim hân ha’ en dat sei genôch.’’
‘Trije spul is út’ en als je dan in die drie eersten dat je meedeed de Bond weet te winnen, dan maak je indruk. Een atleet ‘mei dat slûke hier’ die zijn derde deelname aan de PC voorbij liet gaan ten gunste van Durk de Haan. En ook dat zegt veel over de kaatser Jan Arjen Dijkstra uit Nes die nu het hoofd heeft gebogen voor de levenswet dat ‘trije spul út is’.