Historie
Reeds in een ver verleden werden vormen van kaatsen gespeeld. Er zijn aanwijzingen, dat reeds in de Romeinse tijd een mogelijk verwant balspel werd gespeeld. Meer en duidelijkere aanwijzingen over het kaatsspel vinden we in de Middeleeuwen: in Frankrijk, Engeland en Vlaanderen was het een spel voor adel en geestelijkheid.Met kaatsen wordt dan bedoeld:
Twee teams die elkaar bestrijden door het elkaar toespelen van de bal. Er is daarbij sprake van een opslagpartij (service) en een retournerende partij. In de puntentelling leveren 4 winnende slagen een eerst / spel (game) op en behalve directe winnende slagen, zijn er onbesliste slagen (kaats = houten markering), die later na wisselen van functie opslag en retourslaan punten opleveren.
Het Friese kaatsen is ontstaan in de 12e eeuw in kloosterhoven in Frankrijk en heeft dus via België zijn weg naar het noorden gevonden.
Kaatsen werd eerst in geheel Nederland op pleinen gespeeld door de 'hegerein' (gegoeden), pas later op gras. Toen de edelen zich met hun spel meer op kaatsbanen terugtrokken, werd kaatsen een spel voor 'het gewone volk'.
Problemen ontstonden, omdat men op zondag op de pleinen in de nabijheid van de kerk speelde. Daarom werd het kaatsen op de pleinen in de stad veelal verboden ( 'gedurende praedicatie des goddelijcken woord'). Op het platteland, vooral in het noorden, heeft het kaatsspel stand gehouden; in de zomer werd er tijdens kermissen al veel gekaatst. Herbergiers schreven vooral de kaatswedstrijden uit, vaak ging het om gouden en zilveren voorwerpen (balverkaatsersdag).
In de Franse periode liep het beoefenen van kaatsen terug, waarop in 1853 een aantal mannen in Franeker de P.C. oprichten (Permanente Commissie). Ter stimulering van het kaatsen gingen ze jaarlijks een wedstrijd organiseren. Het werd het begin van de georganiseerde sport, losgemaakt uit de handen van de kasteleins. De wedstrijd werd ieder jaar gehouden op de 5e woensdag in juli, tegenwoordig uitgegroeid tot het kaatsevenement van het jaar.
Er ontstonden kaatsverenigingen en op 7 juni 1897 wordt dan de Nederlands Kaats Bond opgericht, later werd het predicaat Koninklijk verleend. De CIJB (Confederation International de Jeu de Balle) werd in 1928 opgericht.
In 1934 is de CFK, de Christelijke Friese Kaatsbond, opgericht. De aangesloten leden hadden bezwaren tegen de kaatswedstrijden op kermiszondagen om geldprijzen. In 1994 zijn de CFK en KNKB gefuseerd.
De KNKB is een van de oudste Nederlandse sportbonden en anno 2015 zijn 114 kaatsverenigingen aangesloten met in totaal meer dan 13.000 leden. Het kaatsen wordt vooral in (het bovenste deel van) Friesland beoefend. De kaatsverenigingen zijn het fundament voor het beoefenen van de kaatssport. Zij verzorgen het activiteitenaanbod voor de kaatsers. Het waarborgen van de verwevenheid met de Friese cultuur en tradities is daarbij een belangrijke doelstelling van de KNKB.
Nadere informatie over de geschiedenis van het kaatsen is te vinden in het jubileumboek van de KNKB, uitgegeven ter gelegenheid van 100 jaar KNKB in 1997: Kaatsen: lange traditie, levende sport.