Tekst; Rynk Bosma
Foto's: Stichting Comité Lanenkaatsen
Het Lanenkaatsen in Harlingen bestaat dit jaar 75 jaar en de Stichting Comité Lanenkaatsen huldigde als opdrachtgever het moedige motto: ‘beter te vroeg dan te laat’. En dus verscheen in december 2023 het fraaie jubileumboek Lanenkaatsen 75 jaar. Concept, idee en vormgeving kwamen voor rekening van auteur Niels Outhuijse.
Hoe maak je een boek over een lange sporttraditie als het Lanenkaatsen in Harlingen dat werd gespeeld op de Lanen en de Kleine Ossenmarkt? En dan te bedenken dat er ook al voor 1950 werd gekaatst op de Lanen. De cijfers vertellen dat er ruim 2700 kaatsers meededen, meer dan 20.000 deelnames en ongeveer 1000 winnaars met 326 koningen en koninginnen. Een jubileumboek dus over een evenement dat ingeschreven is in de Inventaris Immaterieel Erfgoed. Bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland werd gewerkt aan een zogenaamd Borgingsplan waarin het erfgoed Lanenkaatsen in kaart werd gebracht.
Zoals gezegd is Niels Outhuijse niet alleen de schrijver, maar ook de man - uiteraard samen met anderen - achter het idee om een jubileumboek uit te geven. Erg dapper in een tijd dat er nauwelijks meer jubileumboeken over kaatsen worden uitgegeven. Outhuijse heeft het probleem van eindeloze winnaars en eindeloze cijfers op een prachtige wijze opgelost. Je zou bijna zeggen op een ‘filmische’ manier. Elk jaar krijgt een pagina met aan de onderkant de belangrijkste kenmerken in een soort filmstrip. De feiten versierd met een relevant icoontje en de betekenis vind je in een zogenaamde ‘Begrippen en symbolenlijst’ op pagina 4 van het boek.
In dat overzicht worden vermeld: het aantal deelnemers, de koningen, de data wanneer werd gespeeld, de scheidsrechters en wat zich in genoemd jaar verder aan bijzonderheden heeft voorgedaan. Bijvoorbeeld het jaar 1956, een bijzonder jaar omdat er in dat jaar 422 kaatsers meededen. Een record dat nimmer weer werd overtroffen. Maar ook een jaar waarin Johnny Jordaan, de Mounties met Piet Bambergen en René van Vooren, Jantje Hillegers en Wim Kroon en de Tobbedansers optraden. Met als muzikale noot onder andere het lied ‘Kaatsen oppe Lanen’ dat later ook op het repertoire van Wiebe van Dijk kwam. Om vervolgens vereeuwigd te worden op een jubileum-cd in 1999.
Sikke Olivier nog altijd vierde in ‘eeuwige’ puntenklassement
Volgens de media waren er dat jaar zo’n 5000 tot 6000 toeschouwers. Het decennium van 1950-1959 wordt afgesloten met een klassement dat werd gewonnen door Klaas Knol. Opmerkelijk is de naam Sikke Olivier die tweede werd in dat klassement en nog altijd in het ‘eeuwige’ puntenklassement van 1950-2023 op een vierde plek staat. Daarmee overvleugelt de kleine Olivier ruimschoots stadgenoot Hotze Schuil waarmee hij in 1952 de PC won.
Het verhaal wilde dat Olivier te boek stond als ‘guodlik’ en zich bij een achterstand in de vijftiger jaren al te gemakkelijk liet vervangen door Hotze Schuil in het voorperk. Dus dan mag het opmerkelijk heten dat Olivier Schuil in het hoofdstuk lanenkaatsen ruimschoots overvleugelt. Met de kanttekening natuurlijk dat Schuil niet echt gecharmeerd was van het spel met de zachte bal.
Elke tien jaar wordt in het boek dus afgesloten met een klassement en een prachtige galerij van miniatuurfoto’s van winnaars per jaar. En natuurlijk aandacht voor de meest bijzondere spelers in die tien jaar. Het is een prachtige, maar vooral overzichtelijke formule die Outhuijse hanteert. Elk decennium beginnen met een karakteristieke foto uit die tien jaar, aangevuld met een statistiek van deelnemers waardoor je in één keer kunt zien of de deelname groeide of afnam. Daarnaast had Outhuijse de wijsheid dat hij niet altijd alles zelf hoefde te schrijven. Zeker niet als je de beschikking hebt over een Wiebe van Dijk die ook nog eens in het Harlingers schrijft. Authentieke parels in het boek.
‘De kwijl drupte gewoôn fanne bal ôf’
Neem het verhaal over Johnny Ligthart, fameus voetballer, later een kleurrijk voetbaltrainer die altijd wel een verhaal had. Ook nu. En met recht, vier keer koning worden op de Lanen is natuurlijk niet niks. Andere tijden in die zestiger jaren, ballen die nog wel eens een ander tenue aantrokken: ‘Johnny met die forse neus overhandigde mij de bal en daar sat mie toch un kwak flieber op seun. De kwijl drupte gewoôn fanne bal ôf. Se flieberden op de bal en dan hadden die smeerlappen oek nog de buusse fol sand. At se dan opsloegen waren die ballen niet te slaan.’ En als het te donker werd: ‘Ut selfde kalk wat se bruukten foor de perken smeerden se oek op die ballen, ja je sagen se dan wel beter.’
De magie van het Lanenkaatsen is nog altijd even groot. Neem bijvoorbeeld de kaatser Dylan Drent die tijdens het Lanenkaatsen plotseling bekeerd is tot het bijgeloof. Altijd hetzelfde eten als voorbereiding, altijd dezelfde rituelen voor de partij die in de beleving van Drent even belangrijk is dan de PC.
Een overeenkomst met die verre zestiger jaren dus, in andere opzichten echter geheel anders dan de tijd van de 21ste eeuw toen de digitalisering via de computer vanaf 2000 zijn intree deed. Sterker nog, aan het einde van het boek kunnen lezers via een qr-code filmpjes bekijken op Youtube en Google met fragmenten en een echte jubileumfilm van het Lanenkaatsen. Maar hoe modern de registratiemiddelen ook werden, wat bleef was de telling van drie punten voor een eerste prijs, twee punten voor een tweede prijs en een punt voor een derde prijs.
Resulterend in de eerste 32 kaatsers van het puntenklassement 1950-2023 met als leider Simon de Groot met 51 punten, op de voet gevolgd door Pollie Kwast Jr. met 50 punten en de Franeker Ludwig Seerden volgt dan op eerbiedige afstand met 39 punten. Met als bijzonder detail dat alle drie kaatsers nog actief zijn en dus nog jaren kunnen strijden om die eerste plek.
Het Lanenkaatsen heeft met dit prachtige boek bijna een compleet overzicht gekregen. Bijna, want toch zijn de samenstellers nog op zoek naar partuurlijsten uit de jaren 1951-1980 terwijl ook andere waardevolle Lanenkaatsen-informatie welkom is.
Wat echter voor de eeuwigheid blijft bewaard zijn de namen en de verhalen van de vele winnaars en verliezers, de namen van de vele, vaak onzichtbare vrijwilligers, de ereleden en andere leden van verdienste die allemaal de liefde voor het Lanenkaatsen delen. En dat allemaal in een monumentaal boek, met zorg samengesteld en met liefde geschreven door Niels Outhuijse. Die uiteraard zal zeggen: met dank aan alle andere medewerkers van dit boek.