contact zoeken wedstrijden

Johannes Brandsma 1957-2023

Tekst Rynk Bosma      Foto Henk Bootsma

Zelden zal een kaatser zo vaak de opmerkingen ‘Wat ha ik fan jo genoaten’ of ‘Ik ha noait in bettere keatser sjoen’ gehoord hebben als de op 31 maart 2023 overleden kaatser Johannes Brandsma. En altijd genoot hij van deze opmerkingen en memoreerde hij ze met warmte. Die onverwachte momenten bij een benzinepomp als er plotseling een onbekende ‘medetanker’ hem dat vertelde. Alsof hij behoefte had aan een zekere bevestiging van eigen kunnen in zijn gloriejaren. Het tevreden, al te menselijk tevreden gevoel dat je een bepaalde erfenis hebt nagelaten, het gevoel dat je voor veel mensen iets hebt betekend. Want velen hebben hem gezien als de superieure kaatser die op de velden alles naar zijn hand zette, weinigen hebben geweten wie Johannes Brandsma als mens en kaatser echt was.
 
Er stond geen maat op de kaatser ‘De Brand’ die als kaatser en mens een kind van de vorige eeuw was. Met de bijnaam De Brand stond er zelfs in de ‘gouden eeuw’ van het kaatsen tussen 1980 en 1990 geen maat op hem. En zeker niet in de vijf jaren tussen 1980 en 1984. Ook de periode waar hij over zei: ‘Ik ha as mins noait gelokkiger west as doe op it keatsfjild. Ik wie de baas, de oaren dienen wat ik sei.’ Een variant op zijn zielsverwante maat en dorpsgenoot Johannes van Dijk die zich nooit vrijer en gelukkiger voelde dan op de PC.
Johannes Brandsma 2

In die vijf jaar won Johannes 104 eerste prijzen, ‘Der binne mar 22 keatsers dy’t hûndert of mear earste prizen wûn ha.’ De man van de cijfers, want ook dat was Johannes. De kaatser die herhaaldelijk in alle eerlijkheid verkondigde dat hij de beste kaatser aller tijden was en daar was geen woord van gelogen. Zijn niet geheel objectieve oudste broer Lieuwe Brandsma zei: ‘Ik ha noait in bettere keatser sjoen, en dan bedoel ik in bettere allrounder.’
 
Het was geen grootspraak van Johannes in een misschien te bescheiden Friesland want tegelijkertijd nuanceerde hij die uitspraak voor wie het wilde horen. De grootheid van het gunnen: ‘Reinder Triemstra hat noait better west as yn 1981 doe’t ik mei him keatste. As achterynse wie ik net better as Reinder doe. As achterynse wie ik ek net better as Tunno Schurer letter want dy twa ha miskien ek wol in skoftsje de bêste achterynsen fan alle tiden west.’
 
Nee, Johannes belichaamde als kaatser het geheel, het was het atletisch vermogen, de sierlijkheid en het inzicht bij elkaar opgeteld. Tel de functies achterperkspeler, voorperkspeler en opslager bij elkaar op, razendsnel in het tussenspel met op de boven een enorme sprongkracht. Met opnieuw de nuance: ‘Foaryn wie ik net better as in Wiep van Wieren of Piet Jetze Faber yn harren bêste tiid.’ Johannes had de grootheid van het geheel, de grootheid van een ongeëvenaarde allrounder en in die hoedanigheid kwam hem de hermelijnen mantel van de ‘beste allrounder aller tijden’ toe.
 
Maar ook de grootheid andere kaatsers hun glorie en grootheid te gunnen zonder afbreuk te doen aan zijn eigen, nog grotere kwaliteiten als allrounder of zijn eigen kwaliteiten tekort te doen.
 
Als kind maakte Johannes uit een houten klomp een ronding en bond dat hout met een elastiek aan zijn hand. En dan eindeloos met een bal tegen een muur slaan. Weten wat een bal doet op dat harde hout, de timing en de techniek van de juiste slag. Het was een onbewust voorspel op wat later de nap zou doen. Want: ‘Ik moast it fan myn technyk ha, koe lang sa fier net slaan as in Wiep.’ Samen met Piet Jetze Faber ‘baltsjeferdriuwe’ met want met nap over de breedte van een voetbalveld. ‘Dan leare je de technyk fan de nap, wat in bal docht, witte hoe fûl je slaan moatte om de bal op it plak te krijen wêr’t je dat wolle.’
 
De opslag van Johannes was in zekere zin een paradox, maar ook hier: ‘Sake wie yn syn bêste tiid miskien in bettere opslagger as my’. Johannes sloeg uit de vrije hand op ‘mei de gong fan bûtsen’. Nooit iemand gezien die uit de vrije hand zo veel snelheid aan de bal meegaf. Een bal op heuphoogte van Johannes had zo’n vaart dat je die gerust als perkspeler kon laten eindigen tegen het reclamebord achter het perk. Vergelijkbaar met de latere opslag van Chris Wassenaar. Fysiek vereiste die opslag de nodige energie, hij was geen Reitse Mienstra die twee stappen deed en dan over de heup de bal naar het perk joeg. Johannes ‘bestormde’ met zijn opslag het opslagvak. Die arbeidsintensieve opslag was ook een reden dat hij niet opsloeg in het koningspartuur met Sake Saakstra en Piet Jetze Faber of eerder met Jarich van der Veen en Reinder Triemstra.
 
In zijn grote jaren kon Johannes het met iedereen winnen. De inmiddels overleden en latere kunstenaar Sjoerd Janzen uit Pietersbierum heeft misschien twee of drie eerste prijzen gewonnen en die won hij allemaal met Johannes. Een daarvan werd in Holwerd gewonnen met Janzen spreekwoordelijk met de hakken op de voorlijn, de rest van het perk was voor Johannes met Sjouke de Boer als trouwe en degelijke opslager. Klaas van Wieren had de gave om mindere maten beter te laten kaatsen, Johannes had de macht om met mindere maten te winnen.
 
En dan te bedenken dat Johannes kaatste in het decennium dat je de ‘gouden eeuw’ van het kaatsen mag noemen. Tien jaar verheven tot een ‘gouden eeuw’ als je de top vijf van het puntenklassement aller tijden als norm neemt. Behalve Hotze Schuil en Taeke Triemstra allemaal kaatsers die in die tijd kaatsten. Met in 1982 98 punten, 29 kransen en dan te bedenken dat vanaf 1983 het aantal vrije formatiepartijen was teruggebracht tot 15, de rest was uitnodiging. Mede vanwege de dominantie van het koningstrio Saakstra, Faber en Brandsma.
 
‘Fan Wiep koenen je it noait winne’, zo zei Johannes later vaker dan eens. Een bijzondere uitspraak van iemand die altijd kon winnen, misschien dan uitgezonderd de PC. Toen Johannes in 1987 terug keerde op de Friese velden negeerden Sake Saakstra, Piet Jetze Faber en Johannes de betekenis van de latere uitspraak van Sake: ‘Wat goed west hat, wurdt nea wer sa goed’. Een emotioneel formatiejaar want Johannes nam de plek in van Wiep van Wieren bij het partuur Peter Rinia en Tunno Schurer. Later herhaalde dit zich nog een keer bij het partuur van Coos Veltman en Gerben Okkinga. ‘Fan Wiep koenen je noait winne’ sloeg dan ook op de mateloze populariteit van de jongste Van Wieren.
 
Inmiddels zijn alle benamingen al voorbijgekomen: ‘Pietje Bell’, ‘grote bek’, ‘flamboyant’, een ‘flapuit’ die volgens enkelen te vaak zei dat hij de beste was. Het is een lappendeken van benamingen die de kern van de gevoelsmens Johannes Brandsma voor het grote publiek zorgvuldig verborgen hield. In 2019 laat hij de sluier in een interview met zijn biograaf in wording journalist Edward Jorna van het Friesch Dagblad even zakken als het over ‘Jannie ien, Jannie twa en Jannie trije’ in zijn leven gaat.
 
Lange tijd was ‘Covid’ de diagnose van een constante moeheid aan het einde van 2022. Het telefoontje van hem op maandag 13 februari met het vonnis van hooguit zes maanden, de grap van hem: ‘Kin ik myn eigen in memoriam net lêze Rynk? Bin hiel benijd.’ Maar ook: ‘It is wat it is, ik fyn it foar myn bern it slimste’. De mens Johannes die altijd rekening hield met anderen. De mens Johannes die altijd onzeker en ietwat zenuwachtig over de drempel van een nieuwe dag moest stappen, om dat vervolgens als ‘entertainer’ te verhullen.
 
De mens Johannes die zich thuis voelde tijdens de etentjes met zijn broers Pieter en Lieuwe, de kaatser en de mens Johannes die genoot van de jaarlijkse etentjes met Piet en Sake, de heit Johannes die zich zorgen maakte over Ivan en Bianca. Johannes, die vroeger kon lachen om de opmerking van zijn voormalige vrouw Jannie die op de dag van de PC vaak zei ‘Ga je weer een dagje belangrijk zijn?’ Maar ook een Johannes die bijna vergeten kaatsers op de PC kon begroeten met teksten als ‘Ien fan de bêste achterynsen’ om de betrokkene even de warmte van de schijnwerpers te gunnen.
 
Johannes was dankbaar dat er nog een boek over hem zou verschijnen, vertellen over toen is voor even leven in de tijd van toen. Met een passende biograaf Edward Jorna van wie iemand zei: ‘Hy wit net heal hoe goed hy is’. Dankbaar ook voor het podium dat Geert van Tuinen hem de laatste jaren gunde als sidekick in PC Kafee.
 
De zes maanden werden zes weken, op donderdagavond 30 maart na ruim twintig minuten zeggen ‘Sorry dat ik it net langer folhâlde kin’. Heb de druilerige, huilende hemel van 31 maart niet nodig om de tranen weg te spoelen bij het zien van de beelden van die zo atletische, in het blauw gehulde Johannes Brandsma op Omrop Fryslân. Heb die huilende hemel niet nodig om te beseffen dat Johannes wist wat ik niet wist op die donderdagavond: dat er geen morgen meer voor hem zou zijn. De levende legende is overgegaan naar de legende dat de beste allround kaatser aller tijden niet meer is.
 
 

Jorna-30x40-warm (005)

Hoofdsponsoren

Businesspartners

Mobiliteitspartners

Suppliers