Tekst en foto's: Rynk Bosma
Als je dan toch door het coronavirus gedwongen bent op eigen erf te blijven, dan is de timing van de Keatsfreon 2020 op zaterdag 14 maart perfect te noemen. De officiële uitreiking werd van de agenda verbannen en dat geldt ook voor de Algemene Vergadering die evenmin doorgaat. En zo wordt het min of meer gedwongen huisarrest toch nog een klein kaatsfeestje met de nieuwe Keatsfreon op schoot.
Dus neem de tijd, en geniet van de onnavolgbare dialogen tussen Klaas Kuiken en Sjouke Helfrich in het prachtige verhaal van Theo Kuipers over de ‘lytse bakker’. Helfrich siert ook de voorkant van De Keatsfreon met een prachtige actiefoto. Klein van stuk, maar met grote passen over het kaatsveld rennend.
Een liefhebber die dicht in de buurt kwam van de opmerking van Sjouke de Boer: ‘Se moatte my net fan it fjild ôf hoege te sjouwen’. Het is 1949 en de veertigjarige Helfrich hoort van Klaas Kuiken op humoristische wijze dat als hij in het perk wil blijven hij beter richting Wiuwert kan gaan. En liefhebber Helfrich legt zijn ultieme kaatsbekentenis af met de woorden ‘As ik dit net meimakke hie, dan hie ik net libbe.’
Die passie voor kaatsen en sport in het algemeen had ook de aimabele Koos Wieling uit Reduzem. De stem van Omrop Fryslân op het ijs en naast korfballer ook een liefhebber van het kaatsen en fervent aanhanger en gebruiker van de Friese taal. Passie dus voor vele zaken die privé zijn tol heeft geëist. Ooit stond Wieling voor de klas, nu is hij als vrijwilliger te vinden bij het fierljeppen en bij zaterdagclub ONS in Sneek.
Ruurd Rispens komt al 35 jaar bij het jongenskaatsen en hij doet dat altijd op de fiets. Om geheel andere redenen is Thom Dijkstra uit Wier ook altijd bij de jongenspartijen aanwezig. Als pake die naar pakesizzer Thomas Dijkstra kijkt in de royale wetenschap en erkenning dat Thomas ‘mear kin’ als pake toen die zo oud was. Hoewel geheel grijs, is Thom Dijkstra nog altijd temperamentvol in woord en daad, hij draait er niet omheen, weet wat er wel en niet moet veranderen in de kaatssport en zegt dat ook.
Een hersenschudding van Johan Halbesma op een zaterdag in Makkum verpestte de dag voor partuurgenoot Evert Heeg, zo bekende Heeg in het jubileumboek van kaatsvereniging Onder ons uit Easterlittens. Want Halbesma was zijn favoriete maat. Vermoedelijk was dat wederzijds want Heeg wordt als een van de leukste mannen genoemd in het kaatsen die Johan Halbesma heeft meegemaakt. Hein Jaap Hilarides tekende het verhaal van Halbesma op al even vrolijk op, jarenlang de ongekroonde koning wat betreft populariteit. Altijd een praatje, altijd een kwinkslag en veel later relativeerde hij zijn eigen prestaties onmiddellijk. Hij was de ‘spelende mens’ die de kaatssport beschouwde als het speelkwartier, maar meer ook niet. Een prachtig verhaal en het is Hilarides vergeven dat hij Bennie van Dijk in 1964 nog een keer de PC laat winnen. Vermoedelijk kan Sjoerd Heeringa hier wel voor een keer mee leven na het lezen van het verhaal over zijn vroegere maat.
Jan Sijtsma had in dat jaar zijn kaatsleven al bijna achter de rug. En de zwaarste Elfstedentocht ooit in 1963 die Sijtsma toch maar mooi voltooide. Om 22.00 uur kwam hij Leeuwarden binnen. Sijtsma is op dit moment nog de oudst levende PC-koning en op de grote foto van hem in actie wordt geïllustreerd waarom Sijtsma zo’n moeite had met de pas ingevoerde opslagvakken. Het ‘overlopen’ vastgelegd in een actiefoto van een liefhebber die nog altijd actief is als vrijwilliger in het Keatsmuseum. Agatha Hijlkema tekende zijn verhaal sfeervol op.
Wat betreft jeugdig elan mag de naam van Bouke Poelsma niet onvermeld blijven. Hij is als schrijver bij maar liefst vijf bijdrages betrokken en met name het verhaal van de twee Freuledeelnemers van 1938 die elkaar na 75 jaar weer ontmoeten is bijzonder. Met dank aan het speurwerk van Jan van der Ploeg die de historie van Skingen-Slappeterp als voormalig inwoner bestudeert. En de bemiddeling van Erik Lourens. Klaas Spanjer (1925) en Ale Bruinsma (1922) zijn de namen van de beide kaatsers. Negentigers waarvan Spanjer in Nijverdal woont terwijl Bruinsma Skingen nooit heeft verlaten.
Die honkvastheid kenmerkt ook Jan Suierveld die altijd in Weidum is blijven wonen. Hij wordt nog een keer in het terechte zonnetje gezet in verband met zijn afscheid van de Frouljus PC in Weidum.
Anneke Westra en Erik Lourens zetten het jaar 2019 nog even als een kroniek op een rijtje terwijl Frans Dijkstra in het jaarverslag van het Keatsmuseum op een andere manier alles nog eens op een rijtje zet. Al met al hoeft het huisarrest vanwege corona niet geheel een straf te zijn met deze geslaagde editie van 2020.